De gevolgen van de Nederlandse Opstand blijven Weert raken. De Spaanse en Staatse legers wisselen elkaar voortdurend af, met heel wat ellende voor de bevolking.
Zo ook in 1595.
De toenmalige burgemeester van de stad is Dierick Smuijsers
Het lukt de Staatse ruiters, die gelegerd zijn in Nijmegen, de stad Weert op 13 november 1595 in te nemen, omdat de bewaking te wensen overlaat.
Ondanks de waarschuwing dat circa 2.000 ruiters onderweg zijn, heeft het stadbestuur hier geen oren naar. Daarom staat er die avond en nacht geen wacht aan de stadspoort. Ook de gouverneur wordt niet ingelicht.
Het lukt de Staatsen om zonder al te veel moeite de stad in te nemen.
Er vallen wel de nodige slachtoffers. Zo zijn er drie doden te betreuren, waaronder Jan Adrieans, de meier van het kapittel van Sint-Servaas binnen Weert. De soldaten verwonden heel wat inwoners van de stad en zij persen de ingezetenen ook nog eens af.
Graaf Hendrik van den Bergh, de stadhouder van Opper-Gelre en aanvoerder van een compagnie Spaanse soldaten, die zich op dat moment in Weert bevindt, wordt gevangen genomen en naar Nijmegen overgebracht.
Als gevolg van de ellende in Weert verlaat menig Weertenaar de stad en trekt naar elders. Haarlem is een geliefd toevluchtsoord. Meest prominente emigrant is Willem van Heythuysen, koopman in garens, linnen, damast en zijde.
Maar wat gebeurt er met de (al dan niet noodgedwongen) achtergebleven bezittingen van vertrokken burgers.
Op 18 februari 1603 wordt een proces opgetekend tussen Frans Verheij(d)en, wonende op de Korenmarkt, de zoon van Claes Verheij(d)en, en zijn oom Jacop Smuijsers.
Verheij(d)en protesteert tegen het eigenmachtig optreden van zijn oom en voogd bij de verdeling van de goederen van zijn ‘heerken’ (zijn grootvader) Frans Wagemans.
Uit dit proces blijkt dat Jacop Smuijsers diens onroerende goederen bij leven heeft verdeeld in drie delen onder zijn drie kinderen of hun wettige nakomelingen.
Dit is de aanleiding om de aandacht te vestigen op twee van zijn kleinzonen die zich in Haarlem gevestigd hebben.
Frans Wagemans heeft protestantse sympathieën, een belangrijk gegeven te meer daar in het katholieke Weert een halve eeuw eerder de Beeldenstorm begint.
Wagemans is getrouwd met Barbara Smuijsers. Blijkbaar is de familie Smuijsers nogal dominant, want zijn zoon noemt zich Jan Smuijsers en hij heeft op zijn beurt twee zonen die zich in Haarlem ook Smuijsers noemen.
De scheiding en deling van de erfenis van Frans Wagemans tussen Jacop Smuijsers en Frans Claes Verheij(d)en zoon en Jacop Wagemans (!) en Peter Wagemans (!), kinderen van Jan Wagemans (!), vond plaats in 1592 en is volgens de verklaring uit Haarlem van Peeter Jan Smuijsers (!) soen van 12 juli 1603 vreedzaam verlopen (notaris Willems uit Haarlem). Grootvader ontvangt van elke erfgenaam als een soort pensioen dertig gulden per jaar.
De drie erfgenamen zijn dus wijlen Jan Smuijsers, Jacob Smuijsers en een dochter, gehuwd met Claes Verheij(d)en. Zij zijn kinderen van Dierick Smuijsers, geboren rond 1550/51 in Weert.
In 1596 was Dierick Smuijsers binnenburgemeester van Weert, toen de stad is overvallen door tweeduizend soldaten van het Staatse garnizoen van Nijmegen.
Jac Verstraelen (1934 – 2017)
Bron
Gepubliceerd VIA Weert rubriek Van Nul tot nu woensdag 27 juli 2022