Trouw moet blijken

Aanwinsten niet-gemeentelijke archiefbescheiden inv.nr. 37

Nadat in Rusland door een revolutie onder leiding van Lenin het oude regime was weggevaagd en uit Duitsland de keizer moest vluchten, betoogde op 12 november 1918 Troelstra, de leider van de Sociaal Democratische Arbeiderspartij, in de Tweede Kamer dat het Nederlandse volk aanspraak maakte op de staatsmacht. De regering en de bezittende macht konden volgens hem niet meer op leger en politie steunen. Kortom: de revolutie was uitgebroken. Spoedig bleek echter dat Troelstra de revolutionaire krachten had overschat. Bovendien beloofde de regering onder leiding van de uit Limburg afkomstige Ruijs de Beerenbrouck enkele hervormingen door te voeren, waaronder het vrouwenkiesrecht. Op 20 november vaardigde koningin Wilhelmina een proclamatie uit waarin zij haar dank betuigt voor het voorkomen van een staatsgreep. Overal in het land werd uiting gegeven aan Oranjegezindheid. In Weert boden de katholiek en christelijk georganiseerden de koningin en de regering een motie van trouw aan.

 

Bron

Aanwinsten niet-gemeentelijke archiefbescheiden, inv. nr. 37