De inkomsten en uitgaven (zeg: de financiële administratie) van de stad Weert zijn voor de periode 1483 tot en met 1795/1796 vastgelegd in de burgemeestersrekeningen. Vóór 1795 waren het de burgemeesters die administratie voerden over de geldzaken en andere bestuursbevoegdheden van algemene aard, met uitzondering van rechterlijke zaken. De ambtsperiode van een burgemeester duurde één jaar, waarna hij moest aftreden en die liep van Allerheiligen (1 november) tot Allerheiligen het jaar erop. Hij kon later opnieuw benoemd worden doch het eerstvolgende jaar werd zijn assistent burgemeester. In totaal waren er twee burgemeesters, elk jaar opnieuw te kiezen uit de notabelste ingezetenen van stad en buitenie, en wel een binnenburgemeester en een buitenburgemeester.
Vanaf 1584/1585 zijn er twee rekeningen over één jaar, vóórdien is er van stad en buitenie samen maar één rekening.
Het ontsluiten van ruim 300 jaar Burgemeestersrekeningen is tijdrovend en erg arbeidsintensief werk. Naar schatting zijn er meer dan 1.000 Burgemeestersrekeningen in onze archieven.
Hiervan is een deel ontsloten. Ga naar A.1.1.0 Inventaris van het Oud Administratief Archief van Weert en klik op Gevonden bestanddelen.
Aan de hand van het zoekterm wolf laten wij u onderstaand stap voor stap de weg naar de Burgemeestersrekeningen zien waarin deze zoekterm is te vinden.
Stap 1 | |
Stap 2 | |
Stap 3 |
|
Stap 4 |
|
Stap 5 |
|
Stap 6 |
|
Stap 7 |
|
Stap 8 |
|
Heeft u nog vragen dan neem Contact met ons op.