Neolithicum (4.900-2.000 voor Chr.): AtlanticumHet Atlanticum liep door van het Mesolithicum in het Neolithicum, dus ten opzichte van de laatste fase van het Mesolithicum bleven klimaat en vegetatie vrijwel ongewijzigd. Nog altijd domineerden warmteminnende soorten zoals eik, beuk en els. In de loop van het Neolithicum werd de vegetatieontwikkeling echter steeds meer bepaald door de introductie van de landbouw, ook wel aangeduid met de term ‘neolithisering’. Met de introductie van de landbouw (meer specifiek de akkerbouw) stelde de mens geleidelijk andere eisen aan de landschappelijke omgeving en kreeg er tegelijkertijd ook meer vat op. De locatiekeuze werd steeds meer bepaald door de mate waarin gronden geschikt waren als akkerareaal. Door het kappen van bossen (hiervoor werden vuurstenen bijlen gebruikt) ontstonden open terreinen met grassen en kruidachtigen. Belangrijk voor de veranderingen van het landschap is dat vanaf het Neolithicum de houding van de mens tegenover de natuur geleidelijk verschoof: voor het eerst werd zijn leefomgeving modeleerbaar. Het proces van ‘neolithisering’ was lang en complex, waarbij met name in het begin sprake was van het naast elkaar bestaan van gemeenschappen van jager-verzamelaars en landbouwers. Ook vond het proces niet overal gelijktijdig plaats. Voor de zandgronden in Zuid-Nederland lijkt het waarschijnlijk dat de overschakeling van jagen/verzamelen naar landbouw pas in het Laat Neolithicum echt op gang kwam (Louwe Kooijmans, 1993; Verhart, 2000; Schreurs, 2005). Eiland van WeertVoor het Eiland van Weert lijkt het waarschijnlijk dat gedurende het Neolithicum beide systemen van voedselvoorziening naast elkaar voorkwamen. Tenminste vanaf het Midden Neolithicum zijn in het gebied boeren aanwezig geweest, behorende tot de zogenaamde Michelsbergcultuur. Deze boeren zochten voornamelijk de vruchtbare hogere delen in het landschap op. De Michelsbergcultuur kenmerkte zich door geïsoleerde boerderijen, waar omheen de akkers werden aangelegd. Wanneer de bodem was uitgeput, werden nieuwe akkers aangelegd en de boerderij verplaatst. Op de oude verlaten akkers ontwikkelde zich in de loop van de tijd weer een bos en vond een natuurlijk herstel van de vruchtbaarheid plaats. Het feit dat op vindplaatsen van de eerste landbouwers jachtattributen en keramisch vaatwerk naast elkaar voorkomen, duidt erop dat naast landbouw-activiteiten ook jacht en visvangst plaatsvonden. De jacht was nog steeds belangrijk voor de voedselvoorziening en gebeurde dan hoofdzakelijk in de lagergelegen zones. Vanaf het Neolithicum ging de mens, mogelijk als gevolg van de meer sedentaire leefwijze, de doden op vaste plekken begraven. In sommige gevallen werd over een graf een grafheuvel opgeworpen. In Nederland worden Vroeg-, Midden- en Laat Neolithicum en verschillende culturen onderscheiden. Het oudste gedeelte van het Neolithicum beperkt zich vrijwel alleen tot de lössgebieden van Zuid-Limburg. Het Vroeg Neolithicum begint daar met de eerste boeren van Nederland: de zogenaamde Lineaire Bandkeramiek (LBK) tussen circa 5300-4900 voor Chr. Hierna volgt in Zuid-Limburg de zogenaamde Rössencultuur (ca. 4900-4200 voor Chr.), maar hiervan zijn slechts zeer weinig vondsten aangetroffen. In Noord-Nederland wordt in deze tijd gesproken van de Swifterbantcultuur. Het Midden Neolithicum (ca. 4200-3400 voor Chr.) komt in Zuid-Nederland voor met de zogenaamde Michelsbergcultuur (MK: ca. 4200-3400 voor Chr.) en de zogenaamde Steingroep (ca. 3400- 2600), terwijl in West-Nederland de Hazendonkcultuur en de Vlaardingencultuur (VL) bestaan en in Noord-Nederland de Swifterbant- en Trechterbekercultuur (TRB). Het Laat Neolithicum (ca. 2900-2000 voor Chr.) is in Zuid-Nederland vertegenwoordigd door de laatste fase van de Steingroep, in West-Nederland door de Vlaardingencultuur en in Noord-Nederland door de Trechterbekercultuur en de Enkelgrafcultuur, terwijl voor het einde van deze periode (ca. 2500-2000 voor Chr.) in al deze regio’s algemeen over de Klokbekercultuur wordt gesproken. Geplaatst vrijdag 12 januari 2024 | TerugblikCirca 4.900 - 2000 v.Chr.Introductie landbouw, de mens krijgt steeds meer grip op zijn omgeving. Lees ook:
|